OVERDENKING 21-12-2022

LAAT ER LICHT ZIJN.

Genesis 1 : 3 “En God zei : “Ik wil dat er licht is!” Toen was er licht. En God zag dat het licht goed was. God scheidde licht en donker van elkaar. Het licht noemde Hij “dag” en het donker noemde Hij “nacht” “(BB).

In deze tijd van het jaar voel ik me bijzonder bevoorrecht, dat ik in Spanje mag wonen. In Nederland had ik dan vaak hoofdpijn, omdat mijn ogen zich door gebrek aan daglicht te veel moesten inspannen. Hier zijn de dagen een stuk langer en bovendien kunnen we meestal genieten van een heerlijk zonnetje. Licht is van levensbelang. Zonder licht kan er niets groeien. God maakte eerst het licht, omdat Hij wist, dat de planten, bomen, dieren en mensen die Hij wilde gaan scheppen dat licht nodig zouden hebben om te kunnen leven.
De schepping was prachtig!

Genesis 1:31 : “ En God zag alles wat Hij gemaakt had en zie, het was zeer goed.”

Maar de mensen gingen niet goed om met Gods prachtige schepping

Genesis 6 : 6 “Daarom had de Heer er spijt van dat Hij de mensen had gemaakt. Hij had veel verdriet over wat ze deden.” (BB)

God besloot alles wat Hij had gemaakt te vernietigen en een nieuw begin te maken met de rechtvaardige Noach en zijn gezin. Hij deed Noach een belofte :

“Ik zal nooit meer op zo´n manier de aarde straffen. Ik zal nooit meer alles wat leeft doden.” (Genesis 8 : 21b BB).

Toch gaat het opnieuw fout. De mensen gaan liever hun eigen gang dan hun God, hun Schepper, te gehoorzamen en Hem eer te geven.
Toen sprak God voor de tweede keer : “Ik wil dat er Licht is !” En Hij stuurde het mooiste, het liefste wat Hij had, zijn eniggeboren Zoon naar de aarde. Daar zullen we komende zaterdag bij stilstaan.
Jezus zei zelf ::

Ik BEN het licht voor de mensen. Iemand die Mij volgt, hoeft nooit meer in het donker te leven. Hij zal wandelen in het licht dat leven geeft.” (Johannes 8 : 12 BB)


Het is ons wel overkomen, dat we, onderweg met de auto, in dichte mist terecht kwamen. Wat is het dan fijn, als er een vrachtauto voor je rijdt! Als je maar zijn grote achterlichten blijft volgen, zul je niet van de weg raken. Zo is het ook met Jezus. Als we in zijn licht blijven wandelen., zullen we in het goede spoor blijven. “Ik wandel in het licht met Jezus” zegt een mooi oud lied. In het laatste couplet lezen we : “Ik wandel in het licht met Jezus, o, mocht ik zelf een lichtje zijn, dat straalt te midden van de wereld, die gebukt gaat onder zorg en pijn.” Deze regels verwijzen naar Mattheus 5 : !4, waar Jezus tegen zijn leerlingen en tegen ons zegt : “Jullie zijn het licht voor de wereld” en in

Mattheus 5:16 : “Laat op dezelfde manier jullie licht schijnen voor de mensen. Laat hun de goede dingen zien die jullie doen. Dan zullen ze jullie hemelse Vader ervoor prijzen.” (BB)

Zolang Jezus in de wereld was, was Hij het licht voor de wereld. Nu is dat onze verantwoordelijkheid in een wereld die steeds donkerder wordt. Hij draagt ons op om te zijn zoals Hij toen Hij hier op aarde was.
Maar wat houdt “licht zijn”, “in het licht wandelen” nu concreet in? De apostel Johannes schrijft daarover in zijn eerste brief.

1 Johannes 2 : 9 “ Wie zegt in het licht te zijn en zijn broeder (of zuster) haat, die is in de duisternis tot nu toe.”

Bij het lezen van dit vers is onze reactie waarschijnlijk meteen : “O, maar dat geldt niet voor mij, ik haat niemand en zeker mijn broeders en zusters niet.”En we lezen snel verder. Maar haat is het tegenovergestelde van liefde. Als we zeggen dat we hen niet haten, betekent dat, dat we hen hartelijk liefhebben en dat moet ons toch even aan het denken zetten. Hartelijk liefhebben? Ook die broeder die vaak zo eigenwijs is ? Ook die zuster die altijd wat te klagen heeft? Ontlopen we hen niet liever dan een praatje met hen te maken en te vragen hoe het met ze gaat? Als we eerlijk zijn tegenover ons zelf, zullen we ontdekken , dat “in het licht wandelen” helemaal niet zo eenvoudig is. Het gaat er namelijk niet alleen om, dat we trouw in Gods Woord lezen, bidden , de gemeentesamenkomsten bezoeken, maar ook, dat we Gods Licht laten schijnen in onze omgeving. De gemeente is een prima plek om dat te oefenen en Gods Geest is er om ons te helpen. Hij heeft Gods Liefde in onze harten uitgestort , zodat we onze broeders en zusters van harte lief kunnen hebben. En die liefde, zegt Paulus in Romeinen 12 : 9, moet écht zijn.
Ik wens u allen een gezegende Kersttijd toe
Auguste van Vriesland