OVERDENKING 04-08-2020

Geliefde broeders en zusters in de Here Jezus Christus,

Ik wil de overdenking die ik heb gedeeld met mijn broeders en zusters in onze bidstond van vandaag ook met  u allen delen in de hoop dat het tot zegen mag zijn ook voor u.

DE GROEIFASES VAN HET GELOOFSLEVEN

Johannes, de discipel van de Here Jezus heeft in 1 Johannes 2 een brief geschreven aan de gelovigen. Hij schreef in 

1 Johannes 2:12-13: Ik schrijf u, kinderkens (kleine kinderen), want uw zonden zijn u vergeven om Zijns Naams wil. Ik schrijf u, vaders, want gij kent HEM, die van de beginne is. Ik schrijf u, jongelingen, want gij hebt de boze overwonnen. Ik heb u geschreven, kinderen, want gij kent de Vader.

Hij schreef zijn brief aan drie verschillende groepen, maar ze zijn allemaal kinderen die de Vader kennen.

In 1 Johannes 2:1 richtte hij tot de kinderkens:

Mijn kinderkens, dit schrijf ik, opdat gij niet tot zonde komt. En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige, en Hij is een verzoening voor onze zonden.

We zien hier, zoals in het natuurlijke leven, heb je groeifases, zo is het ook in het geestelijk leven, de groeifases van je geloofsleven.

Kinderkens, of kleine kinderen in geloof.

We zijn allemaal begonnen in deze fase. Toen we tot bekering kwamen waren we babies in het geloof. Toen kreeg je melk, zachte voeding en ga je groeien Maae er zijn veel Gods kinderen die al jaren bekeerd zijn, maar alles wat ze weten is dat hun zonden vergeven zijn en dat ze naar de hemel gaan. Verder gaan ze niet. Mensen die in deze groeifase blijven steken, kunnen nog geen vaste voedsel verdragen, ze hebben nog steeds melk nodig, zegt Paulus.

Hebreeën 5:12: Want hoewel gij, naar de tijd gerekend, leraars behoordet te zijn, hebt gij weer nodig, dat men u de eerste beginselen van de uitspraken Gods leert, en gij hebt nog melk nodig en geen vaste spijs.

Want ze zijn alleen maar bezig met het vleselijke, tijdelijke aardse dingen, die dadelijk gaan verdwijnen. Ze doen geen moeite en hebben ook geen verlangen naar de geestelijke dingen. Ze kennen God alleen van zegeningen, de verhoorde gebeden, als je ziek bent, als je iets nodig hebt, bidt en dan zal God je geven. Als je niet krijgt waarvoor je gebeden hebt, dan word je boos; waar is God; waarom gebeurt dit in mijn leven? Ze zijn net als de Israëlieten in de woestijn; ze hadden alle grote wonderen zien gebeuren in Egypte, ze zagen de Schelfzee splijten en waren doorheen gegaan, ze werden overdag beschermd door een wolkkolom tegen de hitte en ’s nachts een vuurkolom die hen warmte gaf en licht. Ze hebben manna gegeten, toch kenden ze God niet, omdat ze zich alleen richtten naar de aardse dingen, ze kijken niet verder en verlangen niet om de VADER te kennen. God is voor hen alleen de oplosser van hun problemen. Net als kinderen in het natuurlijke leven, eigenwijs, moeilijk om het Woord der Waarheid, een goede raad van de leiding te accepteren, want ze weten alles beter. Ze vallen makkelijk in het oude leven, daarom heeft Johannes deze mensen ook vermaand dat ze niet zondigt.

Jongelingen, zijn zij die de kinderfase voorbij gegroeid zijn; ze zijn geoefend in hun geloof, ze zijn sterk, door het vaste voedsel, en het Woord Gods blijft in hen, zo kunnen ze de misleidingen van de boze onderscheiden en ze kunnen strijden tegen de boze machten en hebben de boze overwonnen. Ze hebben veel beproevingen doorstaan. Ze hebben hun geestelijke spieren geoefend. Ze gehoorzamen Gods Woord en geven altijd God de prioriteit in hun leven. We zien bijvoorbeeld Daniël en zijn vrienden. Ze waren tieners toen ze werden meegenomen door koning Nebukadnessar naar Babylonië. Ze werden gekozen om in het paleis van de koning te verblijven en daar kregen ze andere namen en speciale voeding van de koning. 

Danël 1:8: Daniël nu, nam zich voor, zich niet te verontreinigen met de koninklijke spijze of de wijn die de koning placht te drinken; en hij verzocht de overste der hovelingen, dat hij zich niet zou behoeven te verontreinigen

Vers 17: En aan deze vier knapen gaf God kennis en verstand van allerlei gezichten en dromen.

Als we God de prioriteit geven in ons leven, zal God ons zegenen, geestelijk en stoffelijk. Dan krijg je meer wijsheid en kennis en genadegaven om Hem te dienen.

Eens liet koning Nebukadnessar een gigantische beeld  maken en opdracht gaf dat iedereen het beeld moest aanbidden; wie het niet aanbad werd in de vurige oven gegooid. De drie vrienden van Daniël: Zadrak, Mesak en Abednego hebben het beeld niet aanbeden. Toen ze bij de koning gebracht waren ter verantwoording voor hun daad, antwoordden ze in

Daniël 3:16-18: Wij achten het niet nodig u hierop enig antwoord te geven. Indien onze God, die wij vereren, in staat is ons te bevrijden, dan zal Hij ons uit de brandende vuuroven en uit uw macht, o koning, bevrijden; maar zelfs, indien niet – het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet vereren, en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, niet aanbidden.

Dat is het antwoord van geestelijk volwassene.  Ze staan vast in het geloof, niet wankelbaar. Ze hebben de boze overwonnen, Prijst de Heer! 

In de regering van koning Darius werd Daniël aangesteld als het hoofd van alle rijks bestuurders en stadhouders. Door jaloersheid trachten ze iets te vinden om een aanklacht te doen tegen Daniël. Ze lieten koning een wet maken die mensen verbieden om andere goden te aanbidden behalve de koning. De overtreders worden in het leeuwenkuil geworpen. 

Daniël 6:11: zodra Daniël vernomen had, dat het bevelschrift geschreven was, ging hij naar zijn huis; nu had hij in zijn bovenvertrek open vensters aan de kant van Jeruzalem; en driemaal daags boog hij neder op zijn knieën en bad en loofde God, juist zoals hij tevoren deed.

Zie je, ondanks het bevel van de koning, gaf Daniël prioriteit aan God, hij bleef op de vastgestelde tijd tot God bidden en Hem loven. Dat is de houding van een volwassene. God de prioriteit geven, de eerste plaats in je leven. 

We zien tegenwoordig met deze coronavirus. De kerk is open. De samenkomsten zijn begonnen, al moesten we ons houden aan de regels van de regering, maar Prijst God, we hebben gelegenheid om samen te komen als gemeente om God te loven en Zijn Woord te horen. Gemeente is het Lichaam van Christus. Toch zijn er mensen die bang zijn, voorzichtig(?). Volg het voorbeeld van Sadrak, Mesak en Abednego. Ze wisten en zagen de vurige oven! Daniël wist van de hongerige leeuwen. 

Kom tot bezinning en bekeert u, als u nog leeft in angst en vrees voor deze virus. Blijf niet in de kinderfase steken, maar groei naar de volwassenheid!

Johannes zei tegen de vaders: gij kent Hem, die van de beginne is. Volwassene, die heeft een persoonlijke intieme relatie met de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Die kent de Vader goed en de Vader maakt hem Zijn wegen bekend, zoals Mozes. Hij kende God zo goed dat Hij God riep om Zijn plan om Israëlieten te vernietigen, toen ze het gouden kalf gingen aanbidden, in te trekken. Hij zei: Hebt berouw en bekeert u van uw plan.

Exodus 32:12b: Laat uw brandende toorn varen en heb berouw over het onheil, waarmede Gij uw volk bedreigt.

Abraham kende God zo goed dat God Zijn plannen aan hem bekendmaakte. Blijft niet zitten in de fase van kinderkens, maar streef en groei naar de jongvolwassene en door naar volwassene. We hebben allemaal God nog niet ten volle gekend, want God is ondoorgrondelijk, maar toch wil God dat we Hem persoonlijk kennen. Hij heeft Zich geopenbaard door Zijn Geschreven Woord en door Zijn Zoon Jezus Christus. Jezus zegt:

Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien. Johannes 14:7

Als we Hem persoonlijk kennen dan hebben we geen vrees of angst en geen zorgen over de dag van morgen en hoeven we niet krampachtig te leven doordat we zo voorzichtig leven. God weet zijn plannen voor Zijn kinderen.

Jeremia 29:11: want Ik weet welke gedachten Ik over u koester, luidt het Woord des Heren, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven.

God heeft door Zijn Zoon Jezus Christus veel van Zichzelf aan ons geopenbaard. Dat is genoeg om Hem te kennen. Zoals

Deuteronomium 29:29 zegt: de verborgen dingen zijn voor de Here, onze God, maar de geopenbaarde dingen zijn voor ons en onze kinderen voor altijd. 

A M E N

God zegene u allen

Edith V