OVERDENKING 24-04-2020
Lieve broeders en zusters, geliefden van God de Vader en van de Here Jezus Christus,
Ziet u nog vol verlangend uit naar wat God, onze liefdevolle Vader voor ons heeft vandaag? De Israëlieten werden 40 jaar lang gevoed door God met het manna (brood uit de hemel) totdat ze kwamen in bewoond land, totdat ze kwamen in bewoond land, totdat ze kwamen aan de grens van het land Kanaan (Exodus 16:35). Ze waren 40 jaar in de woestijn, afgezonderd van de bewoonde wereld.Helemaal op zichzelf, geleid en verzorgd door God de Vader. Op deze manier maakten ze kennis met hun God.
430 jaar waren ze vervreemd van de God van Abraham, Izaak en Jakob. Ze kenden alleen de goden van Egypte. Nu leren ze pas hun God kennen. Stap voor stap begonnen ze hun Levende, Grote, Heilige, Liefdevolle God te kennen, die altijd naar uit ziet om met Zijn kinderen in intieme relatie te leven.
Zo is het nu ook met ons. Misschien begint het u te vervelen, dat we zolang in afzondering moeten blijven. Af en toe vraag je je af hoe lang het nog gaat duren. Dat is gewoon, maar we vertrouwen op onze Vader God, dat het niet lang meer duurt. Als we kijken op de situatie dan maakt het ons onrustig en bezorgd, maar als we op God onze aandacht richten en vertrouwen dat God alles doet medewerken ten goede voor ons, dan zullen we met goede moed vooruit gaan, elke dag verlangend naar uitzien wat onze Liefdevolle Vader voor ons heeft deze dag. Ik moest altijd denken aan de tijd van Adam en Eva vóór de zondeval. Hoe ze vol verlangend naar uitzien naar de ontmoeting met God en de gesprekken met hun Liefevolle God en Schepper, geweldig!
Wat heeft God voor ons vandaag? Onze liefdevolle Vader heeft ons in deze tijd veel geopenbaard over Zijn grote liefde voor ons en Zijn harts verlangen om met een ieder van ons een hechte relatie te houden. En God heeft ons laten zien, door het leven van Mozes, Jozua, Saul, David, dat van Gods kant God alles gedaan had en Jezus de verbroken relatie tussen God en mens volbracht had en nu het van ons afhangt om met God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest een intieme relatie te hebben dat is het verblijven in Zijn schuilplaats en Zijn wil kennen en gehoorzamen.
Hoe kunnen we Gods wil kennen? We hebben ook te maken met ons eigen wil. Vanaf de geboorte is de mens IK gericht, egoïstisch, je denkt altijd nummer één aan jezelf. Je hebt je gevoel van eigenwaarde. Dat is de aard van de mens. Een baby die pas geboren is vraagt alle aandacht. Als die huilt dan moet je gauw komen kijken wat er aan de hand is en dat gaat verder totdat je volwassen wordt. Je wordt wel geleerd om aan anderen te denken en met anderen te delen, maar diep in je hart zit toch het gevoel van “eigen ik, eigen eer”. En als een kind van God zit dat eigen ik” in de weg om de wil van God voor jou te kennen.
Jezus zegt: Wie niet zijn kruis draag en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn. Lucas 14:27
Paulus zegt: Ik vermaan u dan, broeders en zusters, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer, dit is uw redelijke eredienst. Romeinen 12:1
Onszelf leggen op het altaar als een levend offer voor de Heer, ons eigen ik. De Here Jezus heeft ons een voorbeeld gegeven. Voordat Hij zichzelf gaf om voor ons te sterven aan het kruis heeft Hij eerst Zichzelf ontledigd, Hij heeft Zijn status, Zijn heerlijkheid en eer afgelegd in de hemel en als een dienstknecht, gelijk aan de mensen, op aarde gekomen en heeft Zich vernederd en is Zijn Vader gehoorzaamd tot de dood. De dood aan het kruis (Filippenzen 2:6-8).
Paulus zegt in
1 Korinthiërs 3:13-15:
Ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. Indien het werk dat hij erop (op het fundament Jezus) gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen, maar indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door vuur heen.
Naakt, niets van al je zwoegen blijft heel. Alle eer en roem en heerlijkheid en rijkdom die je hebt vergaard tijdens je bedieningen, zijn weg verbrand door het vuur van God. Wat is het dan, je zelf geven als een levend, Gode welgevallig offer? Jezelf verloochenen, om alles tot eer en glorie van God te doen. Geen eer van de mensen wensen, maar alle eer en glorie teruggeven aan God. Dat is de gezindheid van Jezus en als discipelen van Jezus moeten we ook dezelfde houding of gezindheid hebben. Ik heb in onze bediening meegemaakt dat veel bekende “grote” sprekers zich niet alleen bij de naam genoemd willen worden maar met alle titels vooraf of na hun naam moet worden genoemd. Zelfs als je voor hen bidt. Prof.Dr.Ir. zo en zo. Mijn hart scheurde van pijn. Jezus zegt: zij zijn gesteld op eer van mensen, meer dan op de eer van God (Johannes 12:43).
Deze mensen vergeten hoe Jezus Zijn heerlijkheid geheel heeft afgelegd voor hen ook. Predikers met grote gemeentes vinden zich geweldig en worden geëerd. Jezus zegt: maakt mensen tot Mijn discipelen. Niet alleen de kwantiteit, zodat je veel geld ontvangt en je zelf ermee verrijkt, maar discipelen van Jezus maken is de kwaliteit, dat de mensen hun Liefdevolle Vader persoonlijk kennen en een persoonlijke relatie hebben met hun Vader, de Waarachtige, Liefdevolle God en Jezus Christus die God gezonden heeft. Als we eer van de mensen ontvangen dan missen we de eer van God die we bij Hem zullen ontvangen. Jezus zegt: zij hebben hun loon reeds ontvangen. Wilt u de wereldse loon (eer) of streeft u naar de eeuwige loon? Laten we altijd de gezindheid (standpunt) nemen zoals van onze Here Jezus Christus. Eer van mensen behoef IK niet Johannes 5:41
Broeders en zusters, ik moedig u allen aan: Stelt uw lichamen (eigen ik) tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer, dit is uw redelijke eredienst. Dit is waarmee we God de Vader blij maken. En als onze Liefdevolle Vader blij is dan zal Hij je ook in zijn blijdschap mee delen door je overvloedig te zegenen en Zijn plan voor jou bevestigen en alle genadegaven schenken om Zijn plan te volvoeren.
Amen
De Here zegene u allen
Edith V.