OVERDENKING 18-07-2023
ZOU VOOR DE HEER IETS TE WONDERLIJK ZIJN? (Genesis 18:14)
Zou er iets voor de HEERE te wonderlijk zijn? Op de vastgesteld tijd, over een jaar, zal Ik bij u terugkomen, en Sara zal een zoon hebben!
Bij het lezen van het boek Ezra kwamen mij de woorden in gedachten van een oud lied, dat ik nog op school heb geleerd. Het is terug te vinden in de Opwekkingsbundel als lied 248. Het eerste couplet luidt als volgt :
God is getrouw, Zijn plannen falen niet. Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen. Die ´t heden kent, de toekomst overziet. Laat van zijn woorden geen ter aarde vallen. En ´t werk der eeuwen , dat zijn Geest omspant, volvoert zijn hand.
Gods plannen falen niet, wat Hij heeft gezegd, voert Hij ook uit. Dit slaat precies op het boek Ezra. Het beschrijft de terugkeer van het tweestammen-rijk naar Juda en Jeruzalem en de herbouw van de tempel.
Ezra 1 : 1-2 “In het eerste jaar van Kores (Cyrus ), de koning van Perzië, wekte de Heer, opdat het woord van de Heer, door Jeremia verkondigd, zou worden voltrokken, de geest van Kores, de koning van Perzië, op, om door zijn gehele koninkrijk, ook in geschrifte, deze oproep te doen uitgaan : Zo zegt Kores, de koning van Perzië : alle koninkrijken der aarde heeft de Heer, de God des hemels, mij gegeven en Hij heeft mij opgedragen Hem een huis te bouwen in Jeruzalem, in Juda.”
Hoe wonderlijk is dat! God maakt gebruik van de heidense koning Kores om het Woord dat Hij had gesproken gestand te doen. Hadden wij ooit zoiets kunnen bedenken? Wat had God dan gezegd bij monde van zijn profeet Jeremia?
Jeremia 25 : 11-12 “dan zal dat hele land tot een oord van puinhopen, tot een woestenij worden. Deze volken nu zullen de koning van Babel dienstbaar zijn zeventig jaren, maar na verloop van zeventig jaren zal Ik aan de koning van Babel en dit volk, luidt het woord van de Heer, hun ongerechtigheid bezoeken.” In Jeremia 29 : 10 staat het nog duidelijker : “Want zo zegt de Heer : Neen, als voor Babel zeventig jaren voorbij zullen zijn, dan zal Ik naar u omzien en mijn heilrijk woord aan u in vervulling doen gaan door u naar deze plaats terug te brengen.” De profeet Daniël wist van deze profetie en als de 70 jaren bijna verstreken zijn, gaat hij bidden en smeken tot zijn God en doet schuldbelijdenis voor zichzelf en zijn volk. (Daniël 9 :2 )
Terug naar Ezra. Kores roept iedereen op` die tot Gods volk behoort om op te trekken naar Jeruzalem en mee te bouwen aan de tempel. En ze hoeven niet met lege handen te vertrekken. Ezra 1 : 4 “En ieder die overgebleven is, van welke plaats ook, waar hij als vreemdeling vertoeft, die moeten zijn plaatsgenoten ondersteunen met zilver en goud, met have en vee, behalve de vrijwillige gave voor het huis van de God die in Jeruzalem woont.” Als je dit zo leest, moet je meteen denken aan die andere uittocht, de terugkeer van het volk uit Egypte. Ook die terugkeer was voorzegd. Voor zijn dood zegt Jakob tegen zijn zoon Jozef : “Zie, ik ga sterven, maar God zal met u zijn en u terugbrengen naar het land van uw vaderen.” ( Genesis 48 : 21 ) en jaren later zegt Jozef tegen zijn broers : “Ik ga sterven; God zal zeker naar u omzien en u uit dit land voeren naar het land, dat Hij Abraham, Isaak en Jakob onder ede beloofd heeft.” ( Genesis 50 : 24 ). Om deze belofte te volvoeren riep God Mozes. Bij de aankondiging van de tiende plaag moest Mozes tegen het volk zeggen : “Spreek toch ten aanhoren van het volk, dat ieder van zijn buurman en iedere vrouw van haar buurvrouw zilveren en gouden voorwerpen vragen. En de Heer bewerkte, dat de Egyptenaren het volk gunstig gezind waren.” ( Exodus 11 : 2-3 ) Met rijke zegeningen verliet het volk Egypte en ook uit Babylon vertrokken ze met grote kostbaarheden. Zelfs al het gerei dat Nebukadnezar uit de tempel van God had weggehaald liet koning Kores tevoorschijn brengen en gaf het mee aan de ballingen. Aangekomen in Jeruzalem is het eerste wat ze doen het altaar van God weer oprichten, zodat ze de door Mozes voorgeschreven offers konden brengen en God daarmee konden eren. Daarna begonnen ze aan de herbouw van de tempel en ondanks de nodige tegenstand werd het werk voltooid. Helaas is ook deze tempel weer verwoest en ook de tempel die koning Herodes later heeft laten bouwen, maar er zal weer een tempel in Jeruzalem zijn en er zullen weer offers gebracht worden. De Heer heeft het voorzegd en wij zien alleen de grote moskee die er nu staat, maar zou voor de Heer iets te wonderlijk zijn?
Onze God is een God van wonderen. De komst van zijn Zoon Jezus wordt door de profeten uitvoerig aangekondigd, maar heeft u er wel eens bij stilgestaan, dat er naast het wonder van de maagdelijke geboorte nog een wonder plaatsvindt? We lezen in Micha 5 : 1 “En gij, Bethlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.” Wij weten niet beter dan dat Jezus in Bethlehem is geboren, maar daar was een wonder voor nodig. Lucas 1 : 26-27 “De engel Gabriël werd door God gezonden naar een stad in Galilea, genaamd Nazareth, tot een maagd die ondertrouwd was met een man, genaamd Jozef, uit het huis van David.” Maria en Jozef woonden dus in Nazareth en alles wees erop, dat Maria´s baby in Nazareth geboren zou worden, totdat… God gebruikte de heidense keizer Augustus door hem op het hart te leggen dat hij alle inwoners van zijn rijk op pad moest sturen om zich te laten inschrijven in de plaats, waar hun familie vandaan kwam. En wanneer gebeurde dat? Tijdens de laatste periode van Maria´s zwangerschap. Teruggaan naar Nazareth was geen optie want Lucas 2 : 6 “En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou…”
Ziet u, hoe God mensen gebruikt om zijn plannen te volvoeren? Mensen die Hem niet eens kennen! In het lied waar we mee begonnen staat ook : Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen. Dat zien we in het leven van Paulus. Van de meest fanatieke vervolger van de christenen in die tijd wordt hij de meest toegewijde discipel. God had gezegd : “Hij is voor mij een uitverkoren werktuig om mijn Naam te brengen voor heidenen en koningen en de kinderen Israëls” ( Handelingen 9 : 15 ). Paulus zet voortaan zijn leven in om mensen te winnen voor het evangelie. 1 Korinthe 9 : 22 “ Ik ben voor de zwakken zwak geworden om de zwakken te winnen; voor allen ben ik alles geweest, om in elk geval enigen te redden. Alles doe ik ter wille van het evangelie…”
Lieve broers en zussen,, wij dienen een God van wonderen. Laten we, voordat we zo meteen onze gebeden voor zijn troon brengen, Hem daarvoor danken en eren. We mogen verwachting hebben, dat Hij onze gebeden op een wonderbaarlijke wijze kan verhoren, die ons denken ver te boven gaat.
Gods Zegen
Auguste van Vriesland